maandag 13 september 2010

Shortbike Empuria Brave (Spanje): 9 tot 13/09/2010

Proloog

Donderdagmiddag om 14u verzamelden de 12 ingeschreven Brachtse Bikers (Kris, Tom, Mil, Kristof, Jan T, Frank, Gwen, Bart H, Jurgen, Jef A, Debby & Jan B) gepakt en gezakt aan de Kroon, om daar met het buske van Jan T of de auto van Kris te vertrekken naar Charleroi. De dinsdag daarvoor was er geen enkele vlucht van Ryanair naar Spanje vertrokken, dus er waren al voorbereidingen getroffen om indien nodig met de auto naar ginder te rijden. Dit was gelukkig niet nodig want met een uurtje vertraging stegen we toch op en landden we rond 22u in Girona. In de aankomsthal stond Pieter van Flowtrack ons al op te wachten en ontmoetten we de 8 andere ingeschrevenen: 4 enkelingen, 1 koppel en 1 broer & zus. Na een rit van ongeveer één uur arriveerden we in Empuriabrava (*), waar de kamers verdeeld werden en we de eerste briefing voor morgen kregen: om 9u vertrekken voor zo’n 65km, dat belooft… We trokken nog even het stadje in voor een eerste verkenning en belandden op het terras van een kebabzaak die meteen werd omgedoopt naar ‘Bij den Teun’ (iets wat alleen de O’broekenaars begrijpen). Het Spaans voor een biertje kenden we al dankzij Tom W, en dit was voor de meesten al wat ze nodig hadden om de 3 volgende dagen door te komen…

(*) Empuriabrava: kuststadje vlak naast Rosas, dat in 1967 kunstmatig werd aangelegd als vakantiedorp, toen het moerasgebied naast de rivier Muga werd drooggelegd en gekanaliseerd. Er lopen dan ook zo’n 30km kanalen door Empuria, en je ziet er meer boten en luxejachten dan auto’s.

Dag 1 - Vino-rit

Na een nacht die bij de één al wat korter was dan bij de ander, stond iedereen om 9u klaar om de fietsen op te halen: Scott Scale 60’s, met schijfremmen. Er werd nog duchtig gesleuteld aan zadels, pedalen ed om alles op de juiste maat te krijgen; er werden bidons en camelbags gevuld en granenrepen uitgedeeld. Daar ontmoetten we ook onze twee (knappe) begeleiders: Hans & Bert. We zouden in één groep rijden met Hans (de oudste van de twee) voorop en Bert achteraan. Tijdens de rennersbriefing vertelde Hans enkele belangrijke zaken: 1) de noodnummer die we moesten bellen als er iets met hem gebeurde, 2) wat we moesten doen als we loslopende honden tegenkwamen, nl. van de fiets springen en slaan met het achterwiel (dit was geen grap en zou de 3de rit nog gedemonstreerd worden). Hij zei ook dat we gingen “flirten met de hoogtemeters” en dat we last zouden hebben van de hevige wind die er waaide: een soort mistral die men in de Pyreneeën ‘Tramontana’ noemt. En dat we ongeveer 600hm gingen doen, niet zijn laatste foute inschatting…
Kris K vertrok mee, ondanks zijn vrees dat zijn knie het maar tot de middag zou uithouden.
Algemene hilariteit was er nog toen Mil tegen Kristof, die zijn camelbag aan het testen was, zei “Zuigen, slet!”.
Tijd om te vertrekken dus, met eerst een rondje naar de jachthaven van Empuria, en dan als aanlooproute een grindpad naast de Muga, dat tot in het nabijgelegen Castelló d’Empuries liep. Vanaf daar werd de ondergrond wat ruwer, en fietsten we over vlakke wegen met veel stenen en een korte singletrack richting de eerste bergen. Hans gaf hier en daar wat toeristische weetjes mee, zo wees hij in de verte één van de Pyreneeëntoppen aan, de Canigou, waarop Mil & Tom een ezelsbruggetje verzonnen om deze naam te onthouden: “k moet kakken, maar kanigoe…”
Na ongeveer een uurtje opwarming begonnen we aan de eerste korte klim, en kwamen we terecht tussen de wijngaarden (vandaar de titel van deze rit). Hans wees in de verte een antenne aan boven op een berg waar we naartoe zouden rijden, eerst via een lange asfaltklim, en dan verder off-road, op een redelijk technisch parcours met veel stenen. Het uitzicht bovenaan was indrukwekkend, langs de ene kant zagen we Castelló in de verte liggen en langs de andere kant kregen we al een eerste blik op de zee. Na een leuke afdaling en een stukje grote baan was het tijd voor het middageten, dat Pieter en zijn assistente reeds hadden opgesteld naast een mooi stukje droge rivier. Het eten was super: twee soorten pasta (met spekjes en met tomatensaus), broodjes met beleg en groenten, fruit, frisdrank,…
Kris zijn knie had tot dan toe nog niet van zich laten horen (dus hij kon verder), in tegenstelling tot de trapassen van 3 Scott’s, die kraakten alsof ze het elk moment konden opgeven. Deze 3 zouden later op de dag bij een plaatselijke fietsenmaker nog vervangen worden. De wind was ondertussen minder voelbaar en het was bakken in de hete middagzon.
Nadat het uitgebreide middagmaal wat gezakt was, vertrokken we terug voor een passage door het natuurpark Albería (dank u Geert), waar de uitzichten prachtig waren: bergwanden die volledig in trapjes waren aangelegd, met brede zandwegen die zich er rond slingerden. Na een zeer steil stukje beklimming, volgde er een snelle, maar technische afdaling, waar we met tussenpauzes van 20 sec mochten vertrekken. Geen probleem, gewoon een beetje “met links bij-ABS’en”, zei Hans. Jan B reed hier voor de eerste keer plat, en Debby maakte een kleine valpartij, met een kapotte knie tot gevolg.
De rest van de rit ging verder via golvende wegen door velden en wijngaarden, en werd vooral getekend door de massa platte banden, op een bepaald moment 3 of 4 op honderd meter tijd. Voornaamste slachtoffers waren Jan B en Jurgen VDB, maar bijna niemand bleef gespaard. Toen we in Castelló halt hielden voor een terraske werden er nog een vijftal lekke banden vastgesteld, en later bij het fietsenkot nog meer. Oorzaak hiervan bleek een bepaalde struik te zijn waar in deze tijd van het jaar veel doorns aan groeien, en waar de Rocket Ron’s blijkbaar niet tegen bestand waren.
We beëindigden de rit zoals we vertrokken waren, via de Muga, en dronken nog iets op de dijk in den Orange Kiwi, waar de wifi gratis was… Het was ondertussen 18u, en we hadden 62km en 1160hm afgelegd.

Na zo’n rit in de slopende hitte moest iedereen wat bekomen met wat platte rust of een verfrissende duik in het zwembad en/of de zee. Om 21u hadden we afgesproken om te gaan eten bij den Argentijn, die ergens in de buurt zou moeten zijn. Na een half uur rond te lopen en geen Argentijn gevonden te hebben, besloten we dan maar te gaan eten bij ‘den Belg’ (een mevrouw die Frans sprak). Hier gaf Jef er ene voor zijn 25ste verjaardag, en zorgde Kristof voor de twee ‘Quotes van de dag’: “ik ben niet platgereden, er was gewoon een gaatje in mijnen band”, en “de wereld is naar de kloten” (na enkele cervezas en al behoorlijk moe). De dag werd door enkelen nog afgesloten op het dakterras van Mil, Tom, Bart en Jurgen, met uitzicht op Rosas by night.

Dag 2 – Cistella

Zaterdagmorgen, rond 8 uur: Kris komt het appartement binnen en laat weten dat zijn knie nog altijd geen pijn doet. We beginnen stilaan in een mirakel te geloven… of zou het aan de Scott’s liggen?
Voor de rit van vandaag worden we met buskes naar het dorpje Cistella gevoerd, vanwaar we de bergen zullen intrekken. Goed nieuws: de Tramontana is gaan liggen, en we zullen vandaag meer in de schaduw kunnen fietsen. Nog goed nieuws: we mochten zwemgerief in het busje leggen om vanmiddag ergens een duik te nemen.
Dit keer is er geen opwarming, we moeten vanuit Cistella direct omhoog, eerst via het asfalt en dan door een bos, om zo op een BTT-route uit te komen (Bicicleta Todo Terreno, met het gekende driehoekige symbool). Na een leuke afdaling en wat asfalt wilde Hans een bosweggetje indraaien, waar een man met geweer op uitkijk stond. Blijkbaar werd er in dat bos gejaagd, dus werden er geen risico’s genomen en leidde Hans ons via een andere weg rond het bos. Er was ons in de voormiddag een terrasje beloofd, en dat bereikten we kort nadien: het terras stelde op het eerste zicht niet veel voor, tot we de waterval zagen die erachter van de berg stroomde, een prachtig blauw meertje in. Enkele waaghalzen klommen via een smal paadje naar de achterkant van de waterval, anderen aten ondertussen een ijsje. Hierna volgde nog een korte briefing van Hans: nu krijgen we een klim waar je “af en toe moet bijtrappen” en vooral “de fiets het werk laten doen”. En wij die altijd dachten dat we zelf moesten trappen… De betreffende klim bleek een lange, hier en daar steile helling met veel losse stenen te zijn, die eindigde bij de ruïne van een boerderij. Na een mooie asfaltafdaling en een stukje op en af door het bos (waar we nog een gevaarlijk uitziende hond tegenkwamen, die deskundig op afstand werd gehouden door onze gids), kwamen we eindelijk bij datgene waarvoor we gekomen waren: een enorm meer, Panta de Boadella, 142m diep, dat gevormd wordt door een stuwdam op de rivier Muga. We reden eerst naar een uitzichtspunt enkele tientallen meters boven de dam, waar prachtige foto’s konden genomen worden, dan daalden we af om de dam over te rijden en via een gevaarlijke afdaling naar het meer te duiken. In deze afdaling, die behoorlijk glad was door het losse grind, gingen Jan B en Gwen V tegen de grond, met de nodige schaafwonden tot gevolg.
Aan het meer wachtte ons alweer een Bourgondische bevoorrading: gedroogde vruchten, noten, tortilla, appelsienen, twee nieuwe soorten pasta en broodjes. Ze hadden ons een pauze van anderhalf uur beloofd, dus iedereen had uitgebreid de tijd om een plons in het meer te nemen en wat van de zon te genieten. Echt tof dat we die kans kregen!
Rond half drie vertrokken we, met pijn in de benen, terug via een stukje asfalt naast het meer. Er was even oponthoud omdat we moesten wachten op Luc, één van de enkelingen, eerst door een valpartij en daarna omdat hij iets met zijn ketting had uitgestoken… Toen iedereen terug samen was begonnen we aan een off-road klim over een brede weg, die al een voorproefje gaf van wat nog zou komen. Na de afdaling kwamen we bij een restaurantje met zwembad in the middle of nowhere, dat aan het begin lag van het zwaarste gedeelte van de dag, ’s morgens reeds aangekondigd als ‘de hel van Darnius’. Een lange, brede klim, steil genoeg om het kleinste blad te gebruiken, en dat in de volle zon. Het zweet liep letterlijk bij iedereen in de ogen. Halverwege kwam ik een wandelaar tegen die in de andere richting liep, waarover later meer. Nadat iedereen de tijd had gekregen om uit te rusten - niet in het minst Hans, die zelf geen topdag had – reden we verder tot aan een lange afdaling. Hier moest iedereen weer wat ruimte tussen laten om ongelukken te voorkomen. Het was een prachtige afdaling met veel verhoogde bochten en jumpkes, alleen mocht je door de losse ondergrond niet té veel snelheid maken. Onze oudste dacht dat hij dit wel kon, en ging onderuit in een bocht, net nadat hij Frank L had ingehaald. Resultaat: diepe snee in de elleboog en wat schaafwonden.
Door onze lange stop van vanmiddag begon het intussen al laat te worden en besloten onze gidsen om een stuk te schrappen en via het asfalt naar ons eindpunt te rijden: een terrasje in Sant-Llorenç de la Muga, waar de busjes ons zouden ophalen. We zagen hier ook nog de mysterieuze wandelaar van eerder terug, volkomen uitgeput en uitgedroogd; het bleek een jongeman uit Westmalle (!) te zijn, die te voet op zoek was naar het huis van zijn tante en totaal verloren gelopen was. Behulpzaam als we zijn leenden we hem een gsm om iemand te bellen en verder hebben we hem niet meer gezien.
Deze rit was in totaal 49km lang met ±800hm.

’s Avonds was er niet veel tijd om te eten, dus gingen we voor een snelle kebab of een trage paëlla bij den Teun, waar Jan B met al zijn levenservaring, de oudere bende nog iets bijleerde, nl. de 1000km-regel : “Op een ander honger krijgen mag, maar op een ander eten mag niet. Tenzij ge meer dan 1000km van huis bent…”
Om half 10 hadden Hans en Pieter een shuttledienst voorzien naar Castelló d’Empuries, om daar de middeleeuwse feesten bij te wonen, waar we natuurlijk gebruik van maakten. Hoewel de festiviteiten grotendeels ten einde waren toen wij arriveerden, vonden we toch nog een gezellig terrasje, én een paal, waar Mil D de aap in zichzelf even kon tonen aan de lokale bevolking (dit was blijkbaar één van de activiteiten, want die paal is geen 2 seconden leeg geweest). In het laat kwamen we ook nog onze kok Olivier tegen (die er trouwens niet uitziet als een kok), zodat we hem konden feliciteren met het lekkere eten dat hij voor ons maakte.
Over het verbouwen van een wegomlegging en het ‘rijden’ op een houten paard in de terugweg kunnen we beter zwijgen, maar de aandachtige lezer zal hier wel snel enkele namen kunnen bij verzinnen...
Iedereen ging op tijd slapen want voor de volgende dag was er 75km aangekondigd.

Dag 3 – Cadaques


Het zal geen verrassing meer zijn: de ‘knie van Kris’ houdt het nog altijd uit, blijkbaar verdraagt ze Scott beter dan Ridley. En ook Debby, die gisterennamiddag paste, vertrekt terug mee.
Vandaag is de briefing duidelijk: “we krijgen een afwisseling van klimmen, stijgen, klimmen, stijgen”.
We beginnen met een aanloop door het centrum van Empuria en de dijk van Rosas, waar het zo vroeg al redelijk druk is. Het wordt dan ook een warme dag. Vanuit Rosas begint de langste klim van het weekend, naar Cap de Creus, waarbij we op 8km 465 meter hoogteverschil zullen overbruggen.
Na het eerste asfaltgedeelte laat Hans ons even stoppen om van het schitterende uitzicht te genieten, we kunnen van hieruit oneindig ver over de zee kijken, en zien rechts ook Rosas en Empuriabrava liggen. In het vervolg van de rit zullen we bijna altijd de zee kunnen zien.
Hierna beginnen we aan het onverhard gedeelte: een beklimming die redelijk goed loopt, maar heel lang en met veel bochten zodat je nooit kunt zien waar de top is. De beloning is wel navenant: een adembenemend uitzicht over de streek en over de Middellandse Zee. Ik moest hier ook nog vermelden dat Jan T eerst boven was, maar dat is van horen zeggen.
Na een korte afdaling kwamen we een wandelaar met loslopende honden tegen, en demonstreerde Hans zijn techniek: binnen de seconde was hij van de fiets met het achterwiel in aanslag. Gelukkig draaide het (onschuldig uitziende) beest op tijd terug en konden we rustig voortfietsen. Er volgde nog een technische afdaling, met venijnige doorns, en zowaar een vlak stukje asfalt. Dan stelde Hans ons voor de keuze: ofwel de GR52 met een klimmetje en daarna een afdaling om duimen en vingers van af te likken, ofwel via een gemakkelijke weg naar beneden. Gezien we mountainbikers zijn, kozen we natuurlijk voor het eerste, en terecht! Wat we voor onze wielen kregen was een singletrack-afdaling met veel rotsen, die zich rond de flank van de berg slingerde, en afgebakend was door eeuwenoude muurtjes. Af en toe was er aan de linkerkant een afgrond van enkele meters, dus het was opletten geblazen. Jan B maakte vlak voor mij bijna een val van een meter diep, maar kwam gelukkig mooi op twee voetjes terecht. In de verte konden we ons doel van deze middag al zien liggen: Cadaques, waar het geboortehuis van Dalí staat. Het laatste stuk werd nog iets gevaarlijker met grillige rotspartijen en op het einde een trap, waar de twee acrobaten Mil en Tom als enige af durfden rijden. Na nog enkele lekke banden (Gwen V en Jurgen VDB) kwamen we aan de jachthaven Port Llegat in Cadaques waar Pieter ons weeral opwachtte met het middageten. Iedereen was zeer vlug om zichzelf van drank te voorzien want het was warm, en de voormiddag had lang geduurd, te lang om toe te komen met de eigen drank.
Na de pauze deden we eerst even aan ‘sightseeing’ langs het strand (vooral de mannen dan), en dan begonnen we aan wat voor mijn part de ‘hel van Cadaques’ mag genoemd worden. Weer een lange, zware klim, in de volle zon: afzien. Boven gekomen konden we gelukkig even rusten onder een boom, terwijl Bert zijn zoveelste lekke band herstelde ; 20 is niet overdreven denk ik. Voor de afdaling kregen we weer de keuze tussen een technische GR, of een breed pad, en deze keer werd de groep gesplitst: bijna alle Brachtse Bikers kozen de technische route met Hans, de anderen op twee na kozen voor veiligheid met Bert. De GR bleek nog moeilijker dan die van voor de middag, en er moest toch af en toe afgestapt worden. Jef A ging overkop maar hield er niks aan over. Beneden aan de afdaling kwamen we de rest terug tegen en reden we naar de baai Cala de Juncols om daar iets te gaan drinken, en het uitzicht te bewonderen… Hierna volgde nog een lange asfaltklim, waarbij we langs El Bulli passeerden, en een off-road afdaling tot in Rosas. Daar reden we terug over de dijk en via de baan naar de Orange Kiwi in Empuriabrava. Het schijnt dat Mil en Tom nog een sprint deden over het strand en dat Mil als overwinnaar over de meet kwam.
Deze marathonrit had geduurd tot 18.30u (ipv 17u zoals aangekondigd), en bedroeg 75km en 1200hm.

Na het inleveren van de fietsen (met enige spijt in het hart) moesten we snel douchen want Jef had in zijn beste Spaans gereserveerd bij den Argentijn, die we intussen gevonden hadden. Na een stevige maaltijd: brochette, steak, mixed grill of een enorme rib, was het tijd voor de afterparty. De Flowtrack-mannen hadden ons een kroeg, de Sikim, aangeraden, en dat bleek volkomen terecht. Live-bandje, gezellig decor, lekkere mojito, goed gezelschap, kortom alle factoren die nodig waren om veel te laat in bed te liggen. Eerst vonden ze ons zo tof dat we allemaal nen t-shirt kregen, maar na enkele Overbroekse kuren vonden ze ons niet meer zo tof, en gingen we maar terug naar het hotel. Onderweg werd wel nog een boom beklommen en de Spaanse vlag geroofd, maar de meesten lagen rond half 4 in bed.

Dag 4 – Huiswaarts

Pijnlijk genoeg moesten we om kwart na zes terug op de busjes zitten die ons naar het vliegveld zouden voeren, voor de meesten dus na een dikke twee uur slaap. Voor Mil, Tom, Bart en Jurgen iets meer, want die moesten we 2 minuten voor het vertrek nog wakker bellen. Ze hebben zich wel extreem gespoeid en haalden het busje nog juist. De vlucht naar België en de rit naar huis werden voornamelijk al slapend doorgebracht en nadien ging iedereen naar huis om zo snel mogelijk zijn/haar bedje op te zoeken.

Samenvatting van het weekend

- de Flowtrack-organisatie was bijna perfect, de fietsen waren in orde, en de begeleiders zijn toffe gasten.
- iedereen heeft op zijn tempo alle ritten kunnen rijden, er werd steeds gewacht op iedereen
- de Costa Brava heeft veel meer te bieden dan zon, zee en strand.
- het was een geweldige ervaring, en zeker voor herhaling vatbaar. Mede door de locatie was dit de ideale mix tussen mountainbike en ontspanning.
- Kris zijn knie heeft tegen alle verwachtingen (door hemzelf geschapen) de drie dagen overleefd
- met de mannen van Overbroek kunt ge overal ene keer komen… 

Verslag geschreven door Gwen, waarvoor dank.